“Op zoek naar een nieuwe locatie voor het bedrijf belandden we ooit in het voormalige Unit4-pand langs de A15. Op de bovenste verdieping hadden we prachtig zicht op de braakliggende kavel ernaast, die we al meer dan tien jaar in ons bezit hadden. Ad van Herk en ik keken elkaar aan en de rest is geschiedenis.”
Aan het woord is Arno Hokke. Niet eens zo heel lang geleden nam hij het stokje over van Ad van Herk als algemeen directeur van Bouwonderneming Stout en de overkoepelende Van Herk Groep. Hiertoe behoren ook project-ontwikkelaar Herkon en, sinds 2021, aannemingsbedrijf Lagendijk & Stout. “Zij zijn gespecialiseerd in de wat kleinere bouwprojecten”, licht Hokke toe. Die ‘kleinere projecten’ zijn overigens niet de plaatsing van een extra dakkapel of de garage die tot werkkamer omgetoverd wordt. “We werken niet vaak rechtstreeks voor particulieren. Ook bij Lagendijk & Stout gaat het toch al snel over een rijtje huizen, de nieuwbouw of verbouwing van een flink bedrijfspand.”
Miljoen per medewerker
Alles bij elkaar verwachten we in 2024 met de hele Van Herk Groep – 135 medewerkers – zo’n 140 miljoen euro aan omzet te realiseren; grofweg een miljoen euro per medewerker. Het leeuwendeel – een dikke 100 miljoen – komt daarbij voor rekening van Stout. Het zijn bedragen die Marinus Stout, oprichter van het bouwbedrijf in 1908 in Hardinxveld-Giessendam, ongetwijfeld zouden doen duizelen. Hij en twee opvolgende generaties maakten Stout tot een erkend en stabiel bouwbedrijf, vooral actief in de utiliteitsbouw. Na het onverwachte overlijden van Gerrit Stout in1988, kwam Ad van Herk in de zaak, twintig jaar later gevolgd door Arno Hokke. “Inmiddels durf ik ons zeker wel een totaalbouwer te noemen. We hebben de afgelopen decennia bewust gewerkt aan diversificatie. Dat maakt ons minder afhankelijk van conjunctuurschommelingen in bepaalde delen van de markt. Nu hebben we goed werk in utiliteit, zorg, onderwijs, projectontwikkeling, onderhoud en woningbouw.
Geen eenheidsworst
Met het oog op die woningbouw zijn de afgelopen jaren drie woonconcepten ontwikkeld. “Daar kun je snel, duurzaam en kostenefficiënt mee opereren. De woningen die we daarmee maken zijn volledig uitgeëngineerd en worden voor een flink deel prefab gebouwd in de fabrieken van bouwpartners. Het grote voordeel van ons HUIS-, HOUT- en HUURmerk is dat de buitenkant van de woningen flexibel aan te passen is. Daarmee kun je als ontwikkelaar of woningcorporatie jouw woningen toch een eigen uitstraling geven. Daar vraagt de markt juist om, maar is bij conceptueel bouwen doorgaans niet mogelijk. Dan krijg je eenheidsworst.”
De stabiele positieve ontwikkeling zorgt dat er met vertrouwen naar de toekomst wordt gekeken. In ons nieuwe pand is nog ruimte voor groei.” Toch brengt bouwen anno 2024 wel de nodige uitdagingen met zich mee, die Hokke verdeelt in ‘mooie uitdagingen’ en zaken die je ‘handen met geld kosten’. Tot die eerste categorie rekent hij duurzaam, circulair en/of demontabel bouwen. “We zijn techneuten. Dat zijn nou echt leuke uitdagingen. Kijken of je een oplossing kunt verzinnen. Daarbij voegt het ook iets toe voor later. Dat nadenken over volgende generaties is wel echt iets dat bij ons hoort.”
Vleermuizen
Wat betreft die ‘andere uitdagingen’ hoef je de krant maar open te slaan voor de voorbeelden: stikstof, eindeloze bezwaarprocedures en of een vleermuis die net een te slopen pand als habitat heeft uitgekozen. “We hebben een project dat al drie jaar stilligt vanwege dat laatste. Kijk, op zich zijn het allemaal goede doelen, die ik eigenlijk ook best steun. Maar zijn we soms niet een beetje aan het doorslaan?”
Grootste pijnpunt ligt volgens Hokke bij de overheden die elkaar tegenspreken. “Nationaal, provinciaal en gemeentelijk beleid sluit regelmatig niet op elkaar aan. Dat zorgt voor vertraging. Dan krijg je verkiezingen en verschuiven de panelen weer en kan alles anders zijn. Daar word je soms echt gek van. Er moet meer daadkracht komen. De overheid moet de regie nemen. We hebben weer een ministerie van wonen nodig.”
Puzzel leggen
Toch klinkt het niet als een klaagzang uit de mond van Hokke. “Zeker niet. Anderzijds is het ook altijd wel weer leuk om elke keer de puzzel te leggen. Je moet er slim mee om zien te gaan. Er is altijd een oplossing te bedenken.”